Recentelijk zie ik steeds meer projecten gerealiseerd worden, waarin het doel is om meer gedeelde ruimten te maken in de vorm van tuinen, parken, buurtcentra en andere vormen van ontmoetingsplaatsen. Zijn wij bereid om met het delen ook ruimte over te laten voor een ander? En wat willen wij wel en niet delen? En wie zorgt voor de gedeelde ruimte?
In 2022 presenteerde het Canadian Centre for Architecture (CCA) in Montreal de tentoonstelling A Section Of Now: Social Norms And Rituals As Sites For Architectural Intervention. En in het jaar daarvoor werd tijdens de Venetiaanse architectuurbiënnale van 2021 het project What We Share. A Model For Cohousing gepresenteerd door de Noordelijke Landen (Zweden, Noorwegen en Finland). Beide exposities riepen de vraag op over hoe wij samenleven. En beiden zorgden voor reflecties op de vervolgvraag: wat wil ik met wie delen?
In de installatie in Venetië werd de vraag met wie je iets wilt delen uitgesplitst in wat echt als privé wordt ervaren en wat ook wel minder privé mag zijn. Slaap je in een gedeelde kamer, douche in een ruimte met anderen en hoe vind je twee wc’s naast elkaar zonder tussenschot? Bij Montreal draaide de tentoonstelling over het recht en de mogelijkheden van (samen)wonen en leven. Verdien je genoeg voor jouw huis, koop, huur of lease jij jouw woning, hoe wil je wonen tot jouw 100ste en past jouw familie in de standaard eengezinswoning?
Vertaal die vragen eens naar de openbare ruimte? Verdien je genoeg om van de openbare ruimte te genieten of is dit alleen de plek voor verplaatsen tussen verschillende baantjes en jouw bed? Hoe beïnvloedt het digitale leven het gebruik van de openbare ruimte? Consumeer jij de openbare ruimte of voel je eigenaarschap over deze gedeelde ruimte? Voel je je in dit eigenaarschap een koper of huurder of benader je dit meer als een abonnementsrelatie? Hoe zie jij jezelf als je met pensioen bent in de openbare ruimte en sluit jouw levenssituatie aan bij de verwachte norm over religie, gender, gezinsconstructie, enzovoort en sluit de openbare ruimte hierop aan?
Het delen van de openbare ruimte en het ontwikkelen van gemeenschappen is een langdurig proces, waarbij het toelaten van anderen net zo belangrijk is als het zelf welkom en veilig voelen op dezelfde plek. Een mens met een gettoblaster kan net zo krachtig zijn in het opeisen van diens plek als een hele groep sporters hun spel spelen op het grasveld. Dominantie gaat niet over de grootste groep, wel over het grootste bereik op de plek.
Wonen met elkaar kun je vertalen naar leven met elkaar in de openbare ruimte. Het stadspark als woonkamer, de gedeelde badkamer als het openbare toilet. En het parkbankje als bank in de woonkamer. Net als bij het samenwonen, vraagt het samen leven in de openbare ruimte om inspraak, zeggenschap over het gebruik van de gedeelde ruimten. In de openbare ruimte komt hier ook het concept burgerschap bij kijken.
En zeggenschap hebben over een plek, bepaalt ook of mensen zich hiermee verbonden voelen en welkom voelen. Heb jij het recht om de plek waar je bent aan te passen of ideeën naar voren te brengen voor een aanpassing? Als jij een huis huurt, is dit recht op aanpassen van die openbare ruimte gelijk aan iemand die een huis gekocht heeft? Mag jij meestemmen over aanpassingen en het gebruik van de plek, heb jij hierin burgerschap? Maakt het iets uit welke opleiding, taal, religie of werk bij jou hoort? Is jouw stem evenveel waard als die van ieder ander of is er een kleine groep die veel macht naar zich heeft toegetrokken? Zijn er regels in werking die zorgen dat een kleine gemarginaliseerde groep ook aanwezig kan zijn op de plek en evenveel zeggenschap heeft?
In de kern betekent dat wij veel plekken kunnen ontwerpen met de intentie om gemeenschapszin te realiseren. En deze staat en valt vooral bij de interactie van de mensen die gebruikmaken van deze nieuw ontworpen plekken. Hoe meer zeggenschap over de plek, hoe meer verbonden mensen zijn met de plek en hoe meer gemeenschapszin er ontstaat. Gemeenschap door ontwerp is een startpunt, een werkelijke gemeenschap overleeft dankzij de individuele mensen.
©Foto: Job Gerlings, overzicht expositie What We Share. A Model For Cohousing, paviljoen Noordelijke Landen, 17e architectuurbiënnale van Venetië, 2021