Sinds 1980 wordt om het jaar in Venetië de architectuurbiënnale georganiseerd. De 'bi' in het woord verwijst naar tweejaarlijks. Met een onregelmatig begin in de jaren '80 en '90 en door het overslaan van 2020, vindt in 2023 de 18e editie plaats.
Ieder editie heeft een paar basisgegevens die altijd hetzelfde zijn. De biënnale organisatie (die ook verantwoordelijk is voor de tweejaarlijkse kunstbiënnale, theaterbiënnale, archiefbiënnale, muziekbiënnale en het jaarlijkse filmfestival) stelt een hoofdcurator aan. Hij of zij komt met een thema en de contouren hoe dit thema ingevuld gaat worden. Deze hoofdcurator organiseert een grote expositie, de hoofdtentoonstelling, die verspreid is over twee locaties: het centrale paviljoen in de Giardini en de Corderie op de Arsenale. Daarnaast organiseren zo'n 60 landen en NGO's een eigen expositie met eigen curatoren, die proberen aan te sluiten op het thema van de hoofdtentoonstelling. Deze landenpaviljoens zijn verspreid over drie locaties: de Giardini, de Arsenale en de Venetiaanse stad zelf.
Prijzen
De kunstbiënnale werd in 1895 opgezet met de Franse herfstsalon als groot voorbeeld. Daar behoorden ook prijzen bij voor de beste kunstwerken van dat jaar. Zo heeft elke biënnale in Venetië een prijzenlijn gekregen, de uitreiking van de Venetiaanse Gouden Leeuw. Er wordt een Gouden Leeuw uitgereikt aan de beste landenbijdrage én een Gouden Leeuw voor de beste bijdrage in de centrale expositie van de hoofdcurator. Daarnaast geeft de jury bijzondere vermeldingen, bijdragen die net niet de Gouden Leeuw gewonnen hebben. De jury bestaat uit (oud)curatoren en vakspecialisten.
Thema's
De biënnale presenteert oplossingen voor sociaal-maatschappelijke, humanistische en technologische vraagstukken en heeft een sterk academisch (universitair) karakter. Wel hebben veel bureaus de mogelijkheid om hier ook meer toepasbare nieuwe ontwerpen en projecten te presenteren. Landen en NGO's proberen aan te sluiten op de thema's van de hoofdcuratoren, maar zijn hier niet toe verplicht. Hierdoor ontstaat een breed aanbod aan architectonische en stedenbouwkundige ideeën en projecten die iedere editie een enorme groep aan vakgenoten aantrekken en inspireren.
Locaties
Hierboven werden de drie locaties al kort aangestipt. De Biënnale vindt plaats op meerdere plekken in de stad Venetië. De oudste plek is de Giardini. Een oud stadspark dat is aangelegd onder Napoleon. Begonnen met een klein tentoonstellingsgebouw, volgde al snel het eerste landenpaviljoen, gebouwd door België. Vanaf dat punt breidde de biënnale zich uit en de Giardini wordt nu vaak aangehaald als de plek van de oude Europese mogendheden.
In 1980, bij de eerste architectuurbiënnale, werd de oude touwslagerij (Corderie) op het marineterrein, bekend als de Arsenale, toegevoegd aan het tentoonstellingsgebied van de Biënnale. Dit grote 16e-eeuwse havencomplex wordt bij elke editie verder toegankelijk gemaakt voor de biënnale. Vooral de curatoren van de architectuurbiënnale zijn onder de indruk van de grootsheid van het gebouw en proberen deze telkens weer een eigen rol te geven in hun expositie.
Al snel werd de kunstbiënnale een belangrijke graadmeter voor de eigentijdse kunstwereld, waarbij de Arsenale en de Giardini ieder te klein waren geworden voor de vele deelnemende landen en NGO's. De stad Venetië werd ingezet als uitvalsbasis met de vele paleizen die beschikbare ruimten hadden. Ook voor de architectuurbiënnale werden de vaste locaties te klein. Meerdere paleizen zijn nu vast onderdeel geworden van deze internationale tentoonstelling.
European Cultural Center
Een aparte NGO die het vermelden waard is, is het European Cultural Center (ECC). Deze organisatie organiseert sinds 2002 ieder jaar een grote tentoonstelling in kader van de biënnale. Zowel de kunst- als de architectuurbiënnale wordt meegenomen in hun programma. Deze expositie bevindt zich op drie plekken, Palazzo Mora, Palazzo Bembo en de tuinen van Marinanessa. De architectuurbiënnale wordt elke editie begeleidt door de expositie Time Space Existence. De leidraad wordt gevormd door projecten die reflecteren op en oplossingen bieden voor vraagstukken over de natuur, de stedelijke omgeving en de gesprekken daarover met innovatie, klimaat en samenleving. In tegenstelling met de eigenlijke biënnale is hier geen algemeen thema leidend. Hierdoor is de tentoonstelling van ECC een kaleidoscoop van innovatieve projecten die alleen streven naar een betere wereld.